czas przeszły 2część

 0    16 Fiche    jolafijak
скачать mp3 басу ойын өзіңді тексер
 
сұрақ język polski жауап język polski
nemen (wziąć)
оқуды бастаңыз
ik nam, ik heb genomen
rijden (jechać)
оқуды бастаңыз
ik reed/reden, ik heb gereden
schrijven (pisać)
оқуды бастаңыз
ik schrif/schreven, ik heb geschreven
slapen (spać)
оқуды бастаңыз
ik sliep, ik heb geslapen
spreken (mówić)
оқуды бастаңыз
ik sprak, ik heb gesproken
staan (stać)
оқуды бастаңыз
ik stond, ik heb gestaan
stelen (kraść)
оқуды бастаңыз
ik stal, ik heb gestolen
sterven (umrzeć)
оқуды бастаңыз
ik stierf/stierven, ik ben gestorven
vallen (upaść)
оқуды бастаңыз
ik viel, ik ben gevallen
verbieden (zabraniać)
оқуды бастаңыз
ik verbood/verboden, ik heb verboden
vergeten (zapomnieć)
оқуды бастаңыз
ik vergat, ik ben vergeten
vinden (znaleźć)
оқуды бастаңыз
ik vond, ik heb gevonden
weten (wiedzieć)
оқуды бастаңыз
ik wist, ik heb geweten
zien (widzieć)
оқуды бастаңыз
ik zag, ik heb gezien
zijn (być)
оқуды бастаңыз
ik was/waren, ik ben geweest
zitten (siedzieć)
оқуды бастаңыз
ik zat, ik heb gezeten

Пікір қалдыру үшін жүйеге кіру керек.