nieregularne b2

 0    375 Fiche    Dreeczko
скачать mp3 басу ойын өзіңді тексер
 
сұрақ жауап
polecić
оқуды бастаңыз
aanbevelen - beval aan - bevalen aan - h aanbeloven
zaoferować
оқуды бастаңыз
aanbieden - bood aan - boden aan - h aangeboden
zastosować
оқуды бастаңыз
aanbrengen - bracht aan - brachten aan - h/z aangebracht
ubrać założyć
оқуды бастаңыз
aandoen - deed aan - deden aan - h aangedaan
namawiać do, popchać do
оқуды бастаңыз
aandringen - drong aan - drongen aan - h aangedrongen
wejść w, wchodzić w relacje
оқуды бастаңыз
aangaan - ging aan - gingen aan - z aangegaan
wskazać, podać
оқуды бастаңыз
aangeven - gaf aan - gaven aan- h aangegeven
trwać
оқуды бастаңыз
aanhouden, hield aan - hielden aan - h aangehouden
przyjzeć się, wpatrywać
оқуды бастаңыз
aankijken - keek aan - keken aan - h aangekeken
przybyć
оқуды бастаңыз
aankomen - kwan aan - kwamen aan - z aangekomen
sprostać podołać
оқуды бастаңыз
aankunnen - kon aan - konden aan - h aangekund
podbiec, przebiec
оқуды бастаңыз
aanlopen - liep aan - liepen aan - h/z aangelopen
przyjmować
оқуды бастаңыз
aannemen - nam aan - namen aan - h aangenomen
iść za tłumem
оқуды бастаңыз
aanslaan - sloeg aan - sloegen aan - h/z aangeslagen
połączyć, dołączyć
оқуды бастаңыз
aansluiten - sloot aan - sloten aan - h aangesloten
przemawiać
оқуды бастаңыз
aanspreken - sprak aan - spraken aan - h aangesproken
podobać się odpowiadać
оқуды бастаңыз
aanstaan - stond aan -stonden aan - aangestaan
napotkać
оқуды бастаңыз
aantreffen - trof aan - troffen aan - h aangetroffen
podciągać, zakładać
оқуды бастаңыз
aantrekken - trok aan - troken aan - h/z aangetroken
zaatakować, napaść
оқуды бастаңыз
aanvallen - viel aan - vielen aan - h aangevallen
zamawiać
оқуды бастаңыз
aanvragen - vroeg aan - vroegen aan - h aangevraagd
wskazać pokazac
оқуды бастаңыз
aanwijzen, wees aan, wezen aan h aangewezen
zostawiać
оқуды бастаңыз
achterlaten - liet achter - lieten achter - h achtergelaten
burzyć, odłamać
оқуды бастаңыз
afbreken - brak af - braken af - afgebroken
odejść
оқуды бастаңыз
afgaan - ging af - gingen af - z afgegaan
oddawać
оқуды бастаңыз
afgeven - gaf af - gaven af - h afgegeven
zejść
оқуды бастаңыз
afkomen - kwam af -kwamen af - z afgekomen
skończyć się
оқуды бастаңыз
aflopen - liep af - liepen af - z afgelopen
odjąc, pobierać
оқуды бастаңыз
afnemen - nam af - namen af - h/z afgenomen
zamykać
оқуды бастаңыз
afsluiten - sloot af - sloten af - afgesloten
uzgadniać
оқуды бастаңыз
een deal makenafspreken - sprak af - spraken af - h afgesproken
odejmować
оқуды бастаңыз
aftrekken - trok af - troken af - h afgetrokken
chudnąć
оқуды бастаңыз
afvallen - viel af - vielen af - z afgevallen
nie być pewny, pytać się sam siebie
оқуды бастаңыз
afvragen - vroeg af - vroegen af - h afgevraagd
zbaczać
оқуды бастаңыз
afwijken - week af - weken af - z afgeweken
odtracac, nie przyjac
оқуды бастаңыз
afwijzen - wees af - wezen af - h afgewezen
zrezygnować z rezygnowac, zrzec sie
оқуды бастаңыз
afzien - zag af - zagen af - h afgezien
prowadzić auto
оқуды бастаңыз
autorijden - reed auto - reden auto - z autogereden
piec, smażyć
оқуды бастаңыз
bakken - bakte - bakten - h gebakken
pękać
оқуды бастаңыз
barsten - barstte - barstten - z gebarsten
rozważać- zmyślać
оқуды бастаңыз
bedenken - bedacht - bedachten - h bedacht
popsuć, zepsuć
оқуды бастаңыз
bederven -bedierf - bedierven - h/z bedorven
wynosić
оқуды бастаңыз
bedragen - bedroeg - bedroegen - h bedragen
zaczynać
оқуды бастаңыз
beginnen - begon - begonnen - z begonnen
pogrzebać
оқуды бастаңыз
begraven - begroef - begroeven - h begraven
rozumieć
оқуды бастаңыз
begrijpen - begreep - begrepen - h begrepen
utrzymać
оқуды бастаңыз
behouden - behield - behielden - h behouden
obejrzeć
оқуды бастаңыз
bekijken - bekeek - bekeken - h bekeken
opisać
оқуды бастаңыз
beschrijven - beschreef - beschreven - h beschreven
postanawiać
оқуды бастаңыз
besluiten - besloot - besloten - h besloten
omawiać, przedyskutować
оқуды бастаңыз
bespreken - besprak - bespraken - h besproken
istnieć, składać się z
оқуды бастаңыз
bestaan - bestond - bestonden - h bestaan
zwalczać, pokryć koszty
оқуды бастаңыз
bestrijden - bestreed - bestreden - h bestreden
dotyczyć
оқуды бастаңыз
betreffen - betrof - betroffen - h betroffen
zabrać ze sobą
оқуды бастаңыз
betrekken - betrok - betrokken - h/z betrokken
podobać się, odpowiadać
оқуды бастаңыз
bevallen - beviel - bevielen - z bevallen
kazać
оқуды бастаңыз
bevelen - beval - bevalen - h bevolen
znajdować się, dowiedzieć się
оқуды бастаңыз
bevinden - bevond - bevonden - h bevonden
marznąć, zamrazać
оқуды бастаңыз
bevriezen - bevroor - bevroren - h /z bevroren
poruszać
оқуды бастаңыз
bewegen - bewoog - bewogen - h bewogen
okazać
оқуды бастаңыз
bewijzen - bewees - bewezen - h bewezen
być zajętym
оқуды бастаңыз
bezighouden - hield bezig - hielden bezig - h beziggehouden
mieć, posiadać
оқуды бастаңыз
bezitten - bezat - bezaten - h bezeten
odwiedzać
оқуды бастаңыз
bezoeken - bezocht - bezochten - h bezocht
modlić się
оқуды бастаңыз
bidden - bad - baden - h gebaden
licytować - proponować
оқуды бастаңыз
bieden - bood - boden - h geboden
dotrzymywać kroku
оқуды бастаңыз
bijhouden - hield bij - hielden bij - h bijgehouden
ocknąć się, dojść do siebie
оқуды бастаңыз
bijkomen - kwam bij - kwamen bij - z bijgekomen
ocucić
оқуды бастаңыз
bijbrengen - bracht bij - brachten bij - h bijgebracht
znieść
оқуды бастаңыз
bijdragen - droeg bij - droegen bij - h bijgedragen
gryźć
оқуды бастаңыз
bijten - beet - beten - h gebeten
skrępować, wiązać
оқуды бастаңыз
binden - bond - bonden - h gebonden
wchodzić do środka
оқуды бастаңыз
binnenkomen - kwam binnen kwamen binnen - zijn binnengekomen
dmuchać
оқуды бастаңыз
blazen - blies - bliezen - h geblazen
okazywać się
оқуды бастаңыз
blijken - bleek - bleken - z gebleken
zostawać
оқуды бастаңыз
blijven - bleef - bleven - z gebleven
piec
оқуды бастаңыз
braden - braadde - braadden - h gebraden
złamać, przerwać
оқуды бастаңыз
breken - brak - braken - h/z gebroken
przynosić
оқуды бастаңыз
brengen - bracht - brachten - h gebracht
wyginać
оқуды бастаңыз
buigen - boog - bogen - h gebogen
brać udział
оқуды бастаңыз
deelnemen - nam deel - namen deel - h deelgenomen
grzebać
оқуды бастаңыз
delven - delfde/dolf - delfden - dolven - h gedolven
myśleć
оқуды бастаңыз
denken - dacht - dachten - h gedacht
robić
оқуды бастаңыз
doen - deed - deden - h gedaan
umrzećdood
оқуды бастаңыз
doodgaan - ging dood - gingen dood - z doodgegaan
zastrzelić
оқуды бастаңыз
dodschieten - schoot dood - schoten dood - h doodgeschoten
przerwać, przebijać się
оқуды бастаңыз
DOORbreken - brak door - braken door - z doorgebroken
spędzać czas
оқуды бастаңыз
doorbrengen - bracht door - brachten door - h doorgebracht
przenikać
оқуды бастаңыз
doordringen - drong door - drongen dor - zz doorgedrongen
kontynuować
оқуды бастаңыз
doorgaan - ging door - gingen door - z doorgegaan
przekazać
оқуды бастаңыз
doorgeven - gaf door - gaven door - h doorgegeven
iść w tempo
оқуды бастаңыз
DOORlopen - liep door - liepen door - z doorgelopen
przejść przez proces
оқуды бастаңыз
doorLOPEN -doorliep - doorliepen - h doorlopen
przerabiać w szkole
оқуды бастаңыз
doornemen - nam door - namen door - h doorgenomen
przejechać
оқуды бастаңыз
doorrijden - reed door - reden door - h/z doorgereden
przepytać
оқуды бастаңыз
doorvragen - vroeg door - vroegen door - h doorgevraagd
nosić
оқуды бастаңыз
dragen - droeg - droegen - h gedragen
przepychać się
оқуды бастаңыз
drijven - dreef - dreven - h/z gedreven
popchać
оқуды бастаңыз
dringen - drong - drongen - z gedrongen
pić
оқуды бастаңыз
drinken - dronk - dronken - h gedronken
nurkować
оқуды бастаңыз
duiken - dook - doken - h/z gedoken
wyglądać
оқуды бастаңыз
eruitzien - zag eruit - zagen eruit - h eruitgezien
doświadczać
оқуды бастаңыз
ervaren - ervoer - ervoeren - h ervaren
jeść
оқуды бастаңыз
eten - at - aten - h gegeten
gwizdać
оқуды бастаңыз
fluiten - floot - floten - h gefloten
iść
оқуды бастаңыз
gaan - ging - gingen - z gegaan
wspominać
оқуды бастаңыз
gedenken - gedacht - gedachten - h gedacht
zachowywać się
оқуды бастаңыз
gedragen - gedroeg - gedroegen - h gedragen
dotyczyć, obowiązywać
оқуды бастаңыз
gelden - gold - golden - h gegolden
goić się, leczyć
оқуды бастаңыз
genezen - genas - genazen - h/z genezen
czerpać radość
оқуды бастаңыз
genieten - genoot - genoten - h genoten
dawać
оқуды бастаңыз
geven - gaf - gaven - h gegeven
obsuwać się, ślizgać
оқуды бастаңыз
glijden - gleed - gleden - h/z gegleden
zlewać, lać
оқуды бастаңыз
gieten - goot - goten - h genoten
uśmiechać się
оқуды бастаңыз
glimlachen - glimlachte - glimlachten - h geglimlacht
lśnić
оқуды бастаңыз
glimmen - glom - glommen - h geglommen
kopać
оқуды бастаңыз
graven - groef - groeven - h gegraven
łapać, chwytać
оқуды бастаңыз
grijpen - greep - grepen - h gegrepen
wisieć
оқуды бастаңыз
hangen - hing - hngen - h gehangen
mieć
оқуды бастаңыз
hebben - had - hadden - h gehad
pobrać
оқуды бастаңыз
heffen - hief - hieven - h geheven
pomagać
оқуды бастаңыз
helpen - hielp - hielpen - h geholpen
nazywać się
оқуды бастаңыз
heten - heete - heetten - h geheten
nie potrzebować
оқуды бастаңыз
hoeven - hoefde - hoefden - h gehoeven
trzymać, lubic
оқуды бастаңыз
houden - hield - hielden - h gehouden
wejść
оқуды бастаңыз
ingaan - ging in - gingen in - z ingegaan
wkroczyć, interweniować
оқуды бастаңыз
ingrijpen - greep in - grepen in - h ingegrepen
mieścic, obejmować, wstrymać
оқуды бастаңыз
inhouden - hield in - hielden in - h ingehouden
zażyć, spożyć
оқуды бастаңыз
innemen - nam in - namen in - h ingenomen
rejestrować
оқуды бастаңыз
inschrijven - schreef in - schreven in - h ingeschreven
wycofać, wyciągnąć
оқуды бастаңыз
intrekken - trok in - trokken in - h/z ingetrokken
ocenić, przejźeć, osądzić, pojąć
оқуды бастаңыз
inzien - zag in - zagen in - h ingezien
wybierać
оқуды бастаңыз
kiezen - koos - kozen - h gekozen
patrzeć
оқуды бастаңыз
kijken - keek - keken - h gekeken
wspinać się
оқуды бастаңыз
klimmen - klom - klommen - h/z geklommen
brzmieć
оқуды бастаңыз
klinken - klonk - klonken - h geklonken
szczypać, ściskać
оқуды бастаңыз
knijpen - kneep - knepen - h geknepen
przychodzić
оқуды бастаңыз
komen - kwam - kwamen - gekomen
kupować
оқуды бастаңыз
kopen - kocht - kochten - h gekocht
dostawać
оқуды бастаңыз
krijgen - kreeg - kregen - h gekregen
leźć, pełzać
оқуды бастаңыз
kruipen - kroop - kropen - h/z gekropen
kunnen - kon - konden - h gekund
оқуды бастаңыз
kunnen - kon - konden - h gekund
śmiać się
оқуды бастаңыз
lachen - lachte - lachten - h gelachen
ładować
оқуды бастаңыз
laden - laadde - laadden - h geladen
przychodzić z wizytą
оқуды бастаңыз
langskomen - kwam langs - kwamen langs - z lagsgekomen
dawać zrobic
оқуды бастаңыз
laten - liet - lieten - z langsgekomen
nauczać
оқуды бастаңыз
lesgeven - gaf les - gaven les - h lesgegeven
czytać
оқуды бастаңыз
lezen - las - lazen - h gelezen
kłamać
оқуды бастаңыз
liegen - loog - logen - h gelogen
leżeć
оқуды бастаңыз
liggen - lag - lagen - h gelegen
cierpieć
оқуды бастаңыз
lijden - leed - leden - h geleden
wydawać się, podobać się
оқуды бастаңыз
lijken - leek - leken - h geleken
pojść
оқуды бастаңыз
lopen - liep - liepen - h'/z gelopen
puścić, popuścić
оқуды бастаңыз
loslaten - liet los - lieten los - h losgelaten
wziąć ze sobą
оқуды бастаңыз
meebrengen - bracht mee - brachten mee - h meegebracht
wziąć udział
оқуды бастаңыз
meedoen - deed mee - deden mee - h meegedaan
iść z kimś
оқуды бастаңыз
meegaan - ging mee - gingen mee - z meegegaan
ustępować
оқуды бастаңыз
meegeven - gaf mee - gaven mee - h meegegeven
pochodzić
оқуды бастаңыз
meekomen - kwam mee - kwamen mee - z meegekomen
ja dostać
оқуды бастаңыз
meekrijgen - kreeg mee - kregen mee - h meegekregen
wziąźć ze sobą
оқуды бастаңыз
meenemen - nam mee - namen mee - meegenomen
przechodzić oczekiwania
оқуды бастаңыз
meevallen - viel mee - vielen mee - z meegevallen
rozważać
оқуды бастаңыз
meewegen - woog mee - wogen mee - h meegewogen
mierzyć
оқуды бастаңыз
meten - mat - maten - h gemeten
rozmyślać, zastanawiać się
оқуды бастаңыз
nadenken - dacht na - dachten na - h nagedacht
patrzeć (za kims)
оқуды бастаңыз
nakijken - keek na - keken na - h nagekeken
powtórzyć po kimś
оқуды бастаңыз
nazeggen - zei na - zeiden na - h nagezegd
brać, wziac
оқуды бастаңыз
nemen - nam - namen - h genomen
obchodzić się (z ludzmi)
оқуды бастаңыз
omgaan met - ging om met - gingen om - z omgegaan
zginąć
оқуды бастаңыз
omkomen - kwam om - kwamen om - z omgekomen
opisać
оқуды бастаңыз
omschrijven - omschreef - omschreven - h omschreven
przerwać rozmowe
оқуды бастаңыз
onderbreken - onderbrak - onderbraken - h onderbroken
zachodzić
оқуды бастаңыз
ONDERgaan - ging onder - gingen onder - zijn ondergegaan
przejść pod
оқуды бастаңыз
onderGAAN - onderging - ondergingen - h ondergaan
podtrzymać, utrzymać
оқуды бастаңыз
onderhouden - onderhield - onderhielden - h ondrhouden
podejmować się
оқуды бастаңыз
ondernemen - ondernam - ondernamen - h ondernomen
oddzielać odróżniać
оқуды бастаңыз
onderscheiden - onderscheidde - onderscheidden - h onderscheiden
doznać, doświadczyć
оқуды бастаңыз
ondervinden - ondervond - ondervonden - h ondervonden
badać, rozpatrywać,
оқуды бастаңыз
onderzoeken - onderzocht - onderzochten - h onderzocht
zabraknąć, brakować
оқуды бастаңыз
ontbreken - ontbrak - ontbraken - h ontbroken
pamiętać, powstrzymac sie
оқуды бастаңыз
onthouden - onthield - onthielden - h onthouden
zwalniać kogoś z pracy
оқуды бастаңыз
ontslaan - ontsloeg - ontsloegen - h ontslagen
powstać
оқуды бастаңыз
ontstaan - ontstond - ontstonden - zijn ontstaan
odebrać, otrzymac
оқуды бастаңыз
ontvangen - ontving - ontvingen - h ontvangen
projektować
оқуды бастаңыз
ontwerpen - ontwierp- ontwierpen - h ontworpen
zapodziać
оқуды бастаңыз
opbergen - borg op - borgen op - h opgeborgen
przynieść
оқуды бастаңыз
opbrengen - bracht op - brachten op - h opgebracht
nabyć
оқуды бастаңыз
opdoen - deed op - deden op - h opgedaan
otwierać
оқуды бастаңыз
opendoen - deed open - deden open - h opengedaan
być otwartym
оқуды бастаңыз
openstaan - stond open - stonden open - h opengestaan
otworzyć się
оқуды бастаңыз
opengaan - ging open - gingen open - zijn opengegaan
zjeść do konca
оқуды бастаңыз
opeten - at op - aten op - h opgegeten
wejsc na gore, wschodzic(slonce) konczyc sie
оқуды бастаңыз
opgaan - ging op - gingen op - z opgegaan
podać, zadawać odpuscic
оқуды бастаңыз
opgeven - gaf op - gaven op - h opgegeven
powiesic
оқуды бастаңыз
ophangen - hing op - hingen op - h opgehangen
dźwigać, podnieść
оқуды бастаңыз
opheffen - hief op - hieven op - h opgeheven
zatrzymywac
оқуды бастаңыз
ophouden - hield op - hielden op - h/z opgehouden
nasunąć się, powstać
оқуды бастаңыз
opkomen - kwam op - kwamen op - zijn opgekomen
nabawić się, iść w góre, wpasc do kogos
оқуды бастаңыз
oplopen - liep op - liepen op - h opgelopen
nagrywać
оқуды бастаңыз
opnemen - nam op namen op h opgenomen
powołać, wezwać
оқуды бастаңыз
oproepen - riep op - riepen op - h opgeroepen
wyrosnąć, iść na przód, uciekać, robić coś szybko
оқуды бастаңыз
opschieten - schoot op - schoten op - zijn opgeschoten
zanotować
оқуды бастаңыз
opschrijvren - schreef op - schreven op - h opgeschreven
zapisać, magazynować
оқуды бастаңыз
opslaan - sloeg op - sloegen op - h opgeslagen
uwięzić
оқуды бастаңыз
opsluiten - sloot op - sloten op - h opgesloten
wstać
оқуды бастаңыз
opstaan - stond op - stonden op - zijn opgestaan
odpalić szluczka, zapinać włosy, podnieść
оқуды бастаңыз
opsteken - stak op - staken op - h/z opgestoken
występować
оқуды бастаңыз
optreden - trad op - traden op - h/z opgetreden
podciągnąć
оқуды бастаңыз
optrekken - trok op - trokken op - h/z opgetrokken
rzucać się w oczy
оқуды бастаңыз
opvallen - viel op - vielen op - zijn opgevallen
chwytać, łapać
оқуды бастаңыз
opvangen - ving op - vingen op - h opgevangen
naciągać, nawijać
оқуды бастаңыз
opwinden - wond op - wonden op - h opgewonden
podziwiać, spojrzeć
оқуды бастаңыз
opzien - zag op - zagen op - h opgezien
poszukiwać, wyszukać
оқуды бастаңыз
opzoeken - zocht op - zochten op - h opgezocht
pozostawać
оқуды бастаңыз
overblijven - bleef over - bleven over - zijn overgebleven
donieść, przekazać
оқуды бастаңыз
overbrengen - bracht over - brachten over - h overgebracht
przemyśleć
оқуды бастаңыз
overdenken - overdacht - overdachten - h overdacht
przenieść, przekazać
оқуды бастаңыз
overdragen - droeg over - droegen over - h overgedragen
przesadzić
оқуды бастаңыз
overdrjiven - overdreef - overdreven - h overdreven
uzgadniać
оқуды бастаңыз
overeenkomen - kwam overeen - kwamen overeen - zijn overeengekomen
minąć, przejść
оқуды бастаңыз
overgaan - ging over - gingen over- zijn overgegaan
poddać się
оқуды бастаңыз
overgeven - gaf over - gaven over - h overgegeven
pozostawiać
оқуды бастаңыз
overhouden - hield over - hielden over - h overgehouden
opuścić
оқуды бастаңыз
overlaten - liet over - lieten over -h overgelaten
umierać
оқуды бастаңыз
overlijden - overleed - overleden - h overgelaten
przejąć
оқуды бастаңыз
overnemen - nam over - namen over - h overgenomen
przechodzić (np przez ulice)
оқуды бастаңыз
oversteken - stak over - staken over - h/z overgestoken
napadać
оқуды бастаңыз
overvallen - overviel - overvielen - h/z overvallen
rozważać
оқуды бастаңыз
overwegen - overwoog - overwogen - h overwogen
mieć miejsce, odbywać się
оқуды бастаңыз
plaatsvinden - vond plaats - vonden plaats - h plaatsgevonden
chwalić
оқуды бастаңыз
prijzen - prees - prezen - h geprezen
zgadnąć, zgadywać
оқуды бастаңыз
raden - raadde - raadden - h geraden
jeździć
оқуды бастаңыз
rijden - reed - reden - h/z gereden
przebijać, nawlekać
оқуды бастаңыз
rijgen - reeg - regen - h geregen
wołać
оқуды бастаңыз
roepen - riep - riepen - h geroepen
iść do okoła
оқуды бастаңыз
rondlopen - liep rond - liepen rond - h rondgelopen
czuć zapach, pachniec
оқуды бастаңыз
ruiken - rook - roken - h geroken
dzielić
оқуды бастаңыз
scheiden - scheidde - scheidden - h/z gescheiden
przeklinać
оқуды бастаңыз
schelden - schold - scholden - h gescholden
podarować
оқуды бастаңыз
schenken - schonk - schonken - h geschonken
tworzyć
оқуды бастаңыз
scheppen - schiep - schiepen - h geschapen
strzyc
оқуды бастаңыз
scheren - schoor - schoren - h geschoren
strzelać
оқуды бастаңыз
schieten - schoot - schoten - h geschoten
świecić
оқуды бастаңыз
schijnen - scheen - schenen - h geschenen
pisać
оқуды бастаңыз
schrijven - schreef -schreven - h geschreven
straszyć
оқуды бастаңыз
schrikken - schrok - schrkken - zijn geschrokken
przesuwać
оқуды бастаңыз
schuiven - schoof - schoven -h geschoven
bić, uderzać
оқуды бастаңыз
slaan - sloeg - sloegen - h geslagen
spać
оқуды бастаңыз
slapen - sliep - sliepen - h geslapen
niszczyć
оқуды бастаңыз
slijten - sleet - sleten - h/z gesleten
ostrzyc
оқуды бастаңыз
sluipen - sloop - slopen - zijn geslopen
zamykać
оқуды бастаңыз
sluiten - sloot - sloten - h/z gesloten
topić się
оқуды бастаңыз
smelten - smolt - smolten - zijn gesmolten
rzucać
оқуды бастаңыз
smijten - smeet - smeten - h gesmeten
kroić
оқуды бастаңыз
snijden - sneed - sneden - h gesneden
smarkać
оқуды бастаңыз
snuiten - snoot - snoten - h gesnoten
żałować, przepraszać
оқуды бастаңыз
spijten - speet - speten - h gespeten
tryskać, wytrysnąć
оқуды бастаңыз
spuiten - spoot - spoten -- h gespoten
wkładać, dźgnąć
оқуды бастаңыз
steken - stak - staken - h gestoken
kraść
оқуды бастаңыз
stelen - stal - stalen - h gestolen
wzrastać
оқуды бастаңыз
stijgen - steeg - stegen - zijn gestegen
stać spokojnie
оқуды бастаңыз
stilstaan - stond stil - stonden stil - h stilgestaan
śmierdzieć
оқуды бастаңыз
stinken - stonk - stonken - h gestonken
trącać
оқуды бастаңыз
stoten - stootte - stootten - h gestoten
walczyć
оқуды бастаңыз
strijden - streed - streden - h gestreden
prasować
оқуды бастаңыз
strijken - streek - streken - h gestreken
nadchodzić z naprzeciwka
оқуды бастаңыз
tegemoetkomen - kwam tegemoet - kwamen tegemoet - zijn tegemoetgekomen
coś zatrzymać, zablokować
оқуды бастаңыз
tegenhouden - hield tegen - hielden tegen - h tegengehouden
napotkać, spotkać
оқуды бастаңыз
tegenkomen - kwam tegen - kwamen tegen - zijn tegengekomen
rozczarować
оқуды бастаңыз
tegenvallen - viel tegen - vielen tegen - zijn tegengevallen
przyjść z jakas sprawa
оқуды бастаңыз
terechtkomen - kwam terecht - kwamen terecht - zijn terechtgekomen
odnieść sprowadzać z powroten
оқуды бастаңыз
terugbrengen - bracht terug - brachten terug - h teruggebracht
wracać
оқуды бастаңыз
teruggaan - ging terug - gingen terug - zijn teruggegaan
oddawać
оқуды бастаңыз
teruggeven - gaf terug - gaven terug - h teruggegeven
wracać
оқуды бастаңыз
terugkomen - kwam terug - kwamen terug - zijn teruggekomen
dostać zpowrotem
оқуды бастаңыз
terugkrijgen - kreeg terug - kregen terug - h teruggekregen
wycofać się, anulować
оқуды бастаңыз
terugtrekken - trok terug - trokken terug - h terugetrokken
odzyskać, odnalezc
оқуды бастаңыз
terugvinden - vond terug - vonden terug - h teruggevonden
dopuścić
оқуды бастаңыз
toegeven - gaf toe - gaven toe - h toegegeven
docierać do celu
оқуды бастаңыз
toekomen - kwam toe - kwamen toe - zijn toegekomen
zezwalać, dopuścić
оқуды бастаңыз
toelaten - liet toe - lieten toe - h toegelaten
rosnąć, przybierać
оқуды бастаңыз
toenemen - nam toe - namen toe - zijn toegenomen
pozwalać
оқуды бастаңыз
toestaan - stond toe - stonden toe - h toegestaan
kroczyć
оқуды бастаңыз
treden - trad - traden - zijn getreden
trafiać
оқуды бастаңыз
treffen - trof - troffen - h getroffen
ciągnąć
оқуды бастаңыз
trekken - trok - trokken - h getrokken
uwolnić się, wyrwać
оқуды бастаңыз
uitbreken - brak uit - braken uit - zijn uigebroken
wychodzić
оқуды бастаңыз
uitgaan - ging uit - gingen uit - zijn uitgegaan
wydawać
оқуды бастаңыз
uitgeven - gaf uit - gaven uit - h uitgegeven
wybierać
оқуды бастаңыз
uitkiezen - koos uit - kozen uit - h uitgekozen
obserwować
оқуды бастаңыз
uitkijken - keek uit - keken uit - h uitgekeken
wychodzić
оқуды бастаңыз
uitkomen - kwam uit - kwamen uit - zijn uitgekomen
wypuścić
оқуды бастаңыз
uitlaten - liet uit - lieten uit - h uitgelaten
opuścić pomieszczenie
оқуды бастаңыз
uitlopen - liep uit - liepen uit - zin uitgelopen
wykruszać
оқуды бастаңыз
uitsluiten - sloot uit - sloten uit - h uitgesloten
wymawiać
оқуды бастаңыз
uitspreken - sprak uit - spraken uit - h uitgesproken
wystawać
оқуды бастаңыз
uitsteken - stak uit - staken uit - h uitgestoken
zdejmować
оқуды бастаңыз
uittrekken - trok uit - trokken uit - h uitgetrokken
wypadać
оқуды бастаңыз
uitvallen - viel uit - vielen uit - zijn uitgevallen
wynaleźć
оқуды бастаңыз
uitvinden - vond uit - vonden uit - h uitgevonden
nadawać
оқуды бастаңыз
uitzenden - zond uit - zonden uit - h uitgezonden
wyglądać
оқуды бастаңыз
uitzien - zag uit - zagen uit - h uitgezien
wybierać z wielu
оқуды бастаңыз
uitzoeken - zocht uit - zochten uit - h uitgezocht
spadać, upadać
оқуды бастаңыз
vallen - viel - vielen - zijn gevallen
łapać, chwytać
оқуды бастаңыз
vangen - ving - vingen - h gevangen
plynac statkiem
оқуды бастаңыз
varen - voer - voeren - h/z gevaren
trzymać
оқуды бастаңыз
vasthouden - hield vast - hielden vast - h vastgehouden
być pewnym
оқуды бастаңыз
vaststaan - stond vast - stonden vast - h vastgestaan
walczyć
оқуды бастаңыз
vechten - vocht - vochten - h gevochten
chować
оқуды бастаңыз
verbergen - verborg - verborgen - h verborgen
zakazywać
оқуды бастаңыз
verbieden - verbood - verboden - h verboden
łączyć
оқуды бастаңыз
verbinden - verbond - verbonden - h verbonden
pomieszkiwać
оқуды бастаңыз
verblijven - verbleef - verbleven - h/z verbleven
rozerwać
оқуды бастаңыз
verbreken - verbrak - verbraken - h vebroken
podejrzewać
оқуды бастаңыз
verdenken - verdacht - verdachten - h verdacht
Znosić
оқуды бастаңыз
verdragen - verdroeg - verdroegen - h verdragen
tonąć
оқуды бастаңыз
verdrinken - verdronk - verdronken - zijn verdronken
znikać
оқуды бастаңыз
verdwijnen - verdween - verdwenen - zijn verdwenen
porównywać
оқуды бастаңыз
vergelijken -vergeleek - vergeleken - h vergeleken
zapominać
оқуды бастаңыз
vergeten - vergat - vergaten - h/z vergeten
wybaczać
оқуды бастаңыз
vergeven - vergaf - vergaven - h vergeven
podnosić
оқуды бастаңыз
verheffen - verhief - verhieven - h verheven
wybierać
оқуды бастаңыз
verkiezen - verkoos - verkozen - h verkozen
sprzedawać
оқуды бастаңыз
verkopen - verkocht - verkochten - h verkocht
opuszczac,
оқуды бастаңыз
verlaten - verliet - verlieten - h verlaten
przegrywać
оқуды бастаңыз
verliezen - verloor - verloren - h verloren
przeminąć
оқуды бастаңыз
verlopen - verliep - verliepen - zijn verlopen
unikać
оқуды бастаңыз
vermijden - vermeed - vermeden - h vermeden
obić się o uszy
оқуды бастаңыз
vernemen - vernam - vernamen - h vernomen
odkładać odsuwać coś
оқуды бастаңыз
verschuiven - verschoof - verschoven - h/z verschoven
pokonać
оқуды бастаңыз
verslaan - versloeg - versloegen -h verslagen
ścierać się, zużywać
оқуды бастаңыз
verslijten - versleet - versleten -h/z versleten
rozumieć, słyszeć
оқуды бастаңыз
verstaan - verstond - verstonden - h verstaan
wychodzić, opuszczać
оқуды бастаңыз
vertrekken - vertrok - vertrokken - h/z vertrokken
wygasnąć
оқуды бастаңыз
vervallen - verviel - vervielen - zijn vervallen
zamienić
оқуды бастаңыз
vervangen - verving - vervingen - h vervangen
uzyskać, zdobyć, osiągać
оқуды бастаңыз
verwerven - verwierf - verwierven - h verworven
winić, robić wyrzuty
оқуды бастаңыз
verwijten - verweet - verweten - h verweten
wysylać
оқуды бастаңыз
verzenden - verzond - verzonden - h verzonden
wymyślać
оқуды бастаңыз
verzinnen - verzon - verzonnen - h verzonnen
prosić
оқуды бастаңыз
verzoeken - verzocht - verzochten - h verzocht
pleść
оқуды бастаңыз
vlechten - vlocht - vlochten - h gevlochten
spełniać cos
оқуды бастаңыз
voldoen - voldeed - voldeden - h voldaan
wytrwać
оқуды бастаңыз
volhouden - hield vol - hielden vol - h volgehouden
mijać
оқуды бастаңыз
voorbijgaan - ging voorbij - gingen voorbij - zijn voorbijgegaan
zapobiegac
оқуды бастаңыз
voorKomen - voorkwam - voorkwamen - h voorkomen
odczytać
оқуды бастаңыз
voorlezen - las voor - lezen voor - h voorgelezen
podejmować się
оқуды бастаңыз
voornemen - nam voor - namen voor - h voorgenomen
przepisać, przypisać
оқуды бастаңыз
voorschrijven - schreef voor - schreven voor - h voorgeschreven
przewidywać
оқуды бастаңыз
voorzien - voorzag - voorzagen - h voorzien
składać coś
оқуды бастаңыз
vouwen - vouwde - vouwden - h gevouwen
pożerać
оқуды бастаңыз
vreten - vrat - vraten - h gevreten
mrozić
оқуды бастаңыз
vriezen - vroor - vroren - h gevroren
dostrzegać, zaobserwować
оқуды бастаңыз
waarnemen - nam waar - namen waar - h waargenomen
myć
оқуды бастаңыз
wassen - waste - wasten - h gewassen
wynosić
оқуды бастаңыз
wegbrengen - bracht weg - brachten weg - h weggebracht
przestać robić
оқуды бастаңыз
wegdoen - deed weg - deden weg - h weggedaan
ważyć
оқуды бастаңыз
wegen - woog - wogen - h gewogen
odejść
оқуды бастаңыз
weggaan - ging weg - gingen weg - zijn weggegaan
uciekać
оқуды бастаңыз
weglopen - liep weg - liepen weg - zijn weggelopen
zabrać
оқуды бастаңыз
wegnemen - nam weg - namen weg - h weggenomen
rzucać
оқуды бастаңыз
werpen - wierp - wierpen - h geworpen
winić
оқуды бастаңыз
wijten - weet - weten - h geweten
wskazywać
оқуды бастаңыз
wijzen - wees - wezen - h gewezen
wygrywać
оқуды бастаңыз
winnen - won - wonnen - h gewonnen
trzeć
оқуды бастаңыз
wrijven - wreef - wreven - h gewreven
wykręcać
оқуды бастаңыз
wringen - wrong - wrongen - h gewrongen
śpiewać
оқуды бастаңыз
zingen - zong - zongen - h gezongen
zatopić
оқуды бастаңыз
zinken - zonk zonken - zijn gezonken
ssać
оқуды бастаңыз
zuigen - zoog - zogen - h gezogen
siorbać
оқуды бастаңыз
zuipen - zoop - zopen - h gezopen
pływać
оқуды бастаңыз
zwemmen - zwom - zwommen - h/z gezwommen
przysięgać
оқуды бастаңыз
zweren - zwoer - zwoeren - h gezworen
włóczyć się
оқуды бастаңыз
zwerven - zwierf - zwierven - h gezworven
milczeć
оқуды бастаңыз
zwijgen - zweeg - zwegen - h gezwegen

Пікір қалдыру үшін жүйеге кіру керек.